Migratie en recht om asiel aan te vragen (Gepubliceerd op 24/06/2018)
Migratie en vluchtelingenbeleid
zijn en blijven actuele en delicate punten op de agenda van de Europese Unie. De
regels die op dit moment bepalen welke Europese lidstaat verantwoordelijk is
voor de behandeling van een asielaanvraag hebben bij de recente migratiecrises
hun beperkingen laten zien en een hervorming van dit beleid is noodzakelijk. Goede
samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van migratie, asiel en
grensbeheer is wenselijk, evenals het eerlijker verdelen van de
verantwoordelijkheden van de verschillende lidstaten in deze.
In dit artikel
probeer ik in hoofdlijnen het actuele Europese asielbeleid te schetsen, de historie
hiervan en de aanbevelingen van de Europese Commissie kort samen te vatten.
La politique des
réfugiés est un sujet actuel et délicat sur l'agenda de l'Union européenne. Les
règles qui déterminent actuellement quel Etat membre est responsable d'une
demande d'asile ont montré leurs limites lors des dernieres crises migratoires.
Une coopération plus responsable entre les Etats membres en matière de
migration, d'asile et de gestion des frontières est nécessaire, ainsi qu'un
partage plus équilibré des demandes d'asile entre les Etats.
Dans cet article j'essaie
d'esquisser la politique européenne actuelle en matière de migration et
d'asile, son histoire, ainsi que les propositions de la Commission européenne
pour remédier aux principaux problématiques à ce sujet.
Het recht om
asiel aan te vragen komt voort uit het VN Vluchtelingenverdrag van Geneve dat
28 juli 1951 tot stand is gekomen.
In 1999 besloten
de Europese lidstaten toe te werken naar een gemeenschappelijk Europees
asielbeleid, gebaseerd op het Verdrag van Geneve, om zo te
waarborgen dat geen enkele vluchteling naar het land van vervolging zou worden
teruggestuurd.
In 2003 is de eerste Dublinverordening tot stand gekomen om de criteria en
instrumenten vast te stellen die moesten bepalen welke lidstaat
verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een
onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten werd ingediend.
Een jaar later is besloten een programma op te
zetten ter beheersing van migratie (gezamenlijk migratiebeleid en strijd tegen
illegale migratie en mensenhandel), regels op te stellen over
binnen-
en buitengrenzen en visa, na te denken over integratie en de positieve invloed
van migratie op onze samenleving en economie.
Sinds januari 2014 is de derde Dublinverordening
van kracht. Op dit moment is de
hoofdregel dat het eerste land van binnenkomst verantwoordelijk is, regel
waarvan afgeweken kan worden als familieleden of minderjarige gezinsleden zich
in een andere lidstaat bevinden of als er een jaar na binnenkomst in een
lidstaat geen verzoek is ingediend en een vluchteling zich al maanden in een
andere lidstaat bevindt. Er zijn nog andere uitzonderingsgronden.
Het probleem is dat een aantal lidstaten met
grote aantallen vluchtelingen wordt geconfronteerd, terwijl andere lidstaten
weinig aanvragen hebben. Door de grote stromen asielzoekers met
name uit Afganistan, Syrië, Irak, Somalië en Eritrea de laatste jaren was dit geen eerlijk en
evenwichtig systeem meer. De vluchtelingenkampen van Zuid-Europese landen
zitten vol, lidstaten waar veel vluchtelingen binnen komen sluiten individueel
hun grenzen.
Er is veel verdeeldheid binnen de lidstaten
en het Europese migratiebeleid ligt gevoelig. De bescherming van de
buitengrenzen en het bepalen van de migratieprocedures waren traditioneel de
taken van de lidstaten zelf.
Sinds 2015 is er echter een gemeenschappelijk
Europees asielbeleid, zijn het Europees Ondersteuningsbureau voor Asielzaken (EASO) en Frontex (grensbewaking) opgericht.
Er zijn drie dimensies die in acht moeten
worden genomen :
-
De externe dimensie : samenwerking met derde landen en onderhandeling over terugkeer van
migranten, het samenstellen van een gemeenschappelijke Europese lijst van
veilige landen van herkomst
-
De bescherming van de buitengrenzen van de Europese Unie ;
hiertoe is Frontex en in 2016 de Europese grens- en
kustwacht opgericht
-
De interne factor : verantwoordelijke lidstaat, vermijden van asielshoppen,
en secondaire bewegingen
De Dublinverordening
wordt niet altijd gerespecteerd zowel door de lidstaten zelf als door de vluchtelingen.
Migranten weigeren vaak om een asielverzoek
in te dienen of aan de identificatieplicht te voldoen in de lidstaat van eerste
aankomst, en reizen door naar de lidstaat waar zij zich willen vestigen om daar
asiel aan te vragen.
Het is moeilijk
om te bewijzen waar de vluchteling het eerst binnengekomen is en lastig overeenstemming
te bereiken over welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een
asielverzoek. Bij constatatering dat een andere
lidstaat verantwoordelijk is en verzoek om overdracht, zou het slechts in een
kwart van de gevallen daadwerkelijk tot overdracht komen; vaak zou de migrant
na overdracht weer terug gaan naar de overdragende lidstaat.
De
doeltreffendheid van het stelsel wordt verder ondermijnd doordat volgens de
huidige regels de verantwoordelijkheid na verloop van tijd van de ene naar de
andere lidstaat kan verschuiven. Als een asielzoeker lang genoeg in een
lidstaat onderduikt zonder daadwerkelijk te worden overgedragen, wordt deze
lidstaat uiteindelijk verantwoordelijk.
Er zijn ook grote
verschillen tussen de lidstaten inzake de behandeling
van asielzoekers, onder meer wat de duur van de asielprocedure en de
opvangvoorzieningen betreft. Deze situatie zet weer aan tot secundaire
bewegingen.
De Europese
Commissie heeft in 2016 een aantal mededelingen en aanbevelingen gepresenteerd
ter verbetering van deze problematiek, waarvan ik hieronder kort een niet
uitputtend lijstje schets:
-
Ontwikkelen en versterken van het gemeenschappelijke
Europese Asielsysteem : meer bevoegdheden voor
het Europees Ondersteuningsbureau voor Asielzaken (EASO) met de
benodigde financiële en juridische middelen,
uitbreiding van de Europese Grens- en Kustwacht in 2021 tot 10.000 man, verbetering
van het Eurodac-systeem (identificatiesysteem,
database met vingerafdrukken)
-
Promoten van de legale migratie in het kader van de
arbeidsmarkt en integratie van migranten van buiten de EU : de EU is een
vergrijzend continent en er is een stijgende behoefte aan hooggekwalificeerd menselijk
kapitaal, migratie is nodig voor de duurzaamheid van de
socialezekerheidsstelsels op de lange termijn.
-
Uitbreiden van de terugkeerstrategieën
van onrechtmatige, uitgeprocedeerde migranten
-
Promoten van solidariteit tussen lidstaten bij opvang van
migranten en asielzoekers, financiële hulp voor de
lidstaten
-
Hervorming van de Dublinverordening : om een duurzaam en billijk stelsel tot stand te brengen
met een verdeelsleutel waardoor asielzoekers verspreid worden over alle EU
landen.
-
Vaststelling van een gemeenschappelijke asielprocedure in
de EU, en harmonisatie van wetgeving inzake de
opvangvoorzieningen, waardoor secondaire bewegingen binnen de EU zouden moeten
verminderen. Strengere procedurele maatregelen om deze secondaire bewegingen te
ontmoedigen en te bestraffen
-
Er zal duidelijk worden bepaald
dat vluchtelingen uitsluitend in aanmerking komen voor rechten en voordelen in
de lidstaat die hen bescherming heeft verleend en waar zij verplicht zijn te
blijven. Verder zal de Dublinverordening worden
aangepast om de lidstaten ertoe te verplichten de personen die internationale
bescherming genieten, terug te nemen als de betrokkenen ertoe gehouden zijn in
de lidstaat te blijven die hen deze bescherming heeft verleend. Het feit dat
een persoon het grondgebied van die lidstaat op irreguliere wijze heeft
verlaten, zou een grond kunnen zijn om over te gaan tot herziening van diens
status.
-
Inachtname van de vereisten van het Handvest van de grondrechten, waaronder de materiële
opvangvoorzieningen, voor zover er sprake is van registratie, vingerafdrukken,
aanwezigheid en verblijf in de verantwoordelijke lidstaat. Informatie omtrent de verplichting om bij aankomst in de EU zo snel
mogelijk om asiel te verzoeken en in de verantwoordelijke lidstaat te blijven.
-
Op lange termijn eventueel een overheveling van de
verantwoordelijkheid van het behandelen van asielverzoeken van het nationale
naar het EU-niveau, waarbij het EASO omgevormd zou kunnen worden tot EU-orgaan
dat in eerste aanleg beslissingen zou kunnen nemen, met nationale afdelingen in
elke lidstaat, en verantwoordelijkheid van de lidstaat voor de opvang van
erkende vluchtelingen die toegewezen worden aan deze lidstaat aan de hand van
een verdeelsleutel. Er zou op EU-niveau een beroepsinstantie in het leven
kunnen worden geroepen. Dit vergt echter aanzienlijke middelen.
Bronnen :
Europa-nu.nl, mededeling van de Europese Commisie van
6 oktober 2016